Tag Archives for " sprankelende sprookjes "

OVER WARME WITTE WIJN EN WIJZE WOORDEN.

Met mijn voornemen om (de kracht van) mijn eigen kwetsbaarheid te laten zien, schrijf ik regelmatig over dingen die ik meemaak of ervaar. Vandaag een Open Overpeinzing in de serie Sprankelende Sprookjes over Dagelijkse Dingen.

Het is een mooi verhaal en hij vertelt het gepassioneerd, daar houd ik van. Door puur toeval ben ik bij deze korte presentatie terecht gekomen omdat het onderdeel is van een netwerkborrel. Ik zit met een halfvol  glas, inmiddels lauwe witte wijn in mijn hand, op niet zo comfortabele plastic stoeltjes, maar de man die voor ons staat, boeit vanaf het begin.

‘Een jongetje heeft een moeilijke vraag voor zijn lerares’ vertelt hij ‘en er ontvouwt zich een gesprek over Liefde in de klas.’ ‘Wat is liefde eigenlijk’ vraagt het ventje ‘en hoe herken je het?’ ‘Om die vraag te beantwoorden’ zegt de juf  ’zou je naar het graanveld moeten gaan, net buiten het dorp.’ ‘Je zou de dikste graanhalm moeten plukken die je kan vinden en die bij me brengen’. Het jongetje kijkt verbaasd. ‘Dat is niet zo moeilijk’ antwoord hij. ‘Er is maar één regel’ zegt de juf: ‘Je mag overal maar één keer langslopen en niet teruggaan om er een te plukken die je eerder hebt gezien’.  Die middag gaat het kereltje op pad en loopt eindeloos langs de volle graanhalmen. Hij kijkt en vergelijkt en steeds als hij een grote ziet, vraagt hij zich af of er verderop niet een nóg grotere zal zijn. Halverwege het graanveld realiseert hij zich dat hij de grootste al is gepasseerd en heeft hij spijt dat hij die niet direct geplukt heeft. Hij keert uiteindelijk terug met lege handen. De lerares legt uit dat dat liefde is: ‘ je blijft kijken naar iets beters totdat je erachter komt dat je de juiste persoon gemist hebt.’ ‘De volgende dag’ schetst  de geboren verhalenverteller op het podium, ‘hebben de kinderen het over het huwelijk en een soortgelijke vraag komt op:’ ‘Wat is het nou eigenlijk’?  De lerares geeft dezelfde uitleg: ‘Om dat te begrijpen zou je naar het maisveld moeten gaan, vlak naast het graanveld en de dikste maiskolf zoeken die je kan vinden’.  Ze vult aan: ‘Maar onthoud: dezelfde regel geldt; je mag er maar één keer langs, niet teruggaan’. Het ventje gaat naar het maisveld en zorgt ervoor niet dezelfde fout te maken. Hij kiest al snel een aardige maiskolf uit die hem bevalt en gaat ermee terug naar de docent.  Ze legt uit: nu heb je er één uitgekozen in het geloof en vertrouwen dat dit de beste voor je is, zo is het ook met het huwelijk.’ De spreker stopt en knikt zijn toehoorders triomfantelijk toe.

De zaal klapt enthousiast en naast me staat iedereen op. Ik blijf met gemengde gevoelens zitten. Alles in mij protesteert. Het klinkt mooi, vooral als het in een symbolisch verhaal is gegoten, maar: what about: ‘Never Settle’ zingt het in mij na. Voor mij zou het niet werken, zelfs als dat betekent dat ik alleen zou blijven. En voor andere mensen zit de waarheid misschien ergens in het midden.  Dat is wat ik tegen heb op quotes en andere gestandaardiseerde goede raad besef ik me: het geldt nooit voor iedereen. Jarenlang heb ik in mijn jeugd, op zoek naar wijze raad, ideeën gevolgd waarvan ik hoopte dat ik, door niet het wiel zelf uit te vinden, het leven te slim af zou kunnen zijn. Maar die strategie faalde miserabel.  Als ik de ene wijsheid volgde, zei iemand iets anders, als ik een andere raad ter harte nam, bleek het averechts uit te pakken. Pas later in mijn leven kwam ik erachter dat ik voor mezelf moest leren nadenken.

De tegeltjes-cultuur, waarbij straffe oneliners en mooi verpakt advies je ‘op het goede pad’ moeten houden, heerst niet alleen in Nederland. Kennelijk is het menselijk om leiding te zoeken in simpele waarheden  en  zelf heb ik natuurlijk ook ervaren dat het leven dermate ingewikkeld kan worden, dat  je vasthouden aan iedere graanhalm die je enig houvast geeft, een zinnige oplossing lijkt. Maar vaak houdt het je ook vast in een troostcirkel of leidt het je af van je ‘eigen pad’. Wat namelijk voor een ander ‘het juiste pad’ is, hoeft dat natuurlijk voor jou nog niet te zijn.

Ik besluit mijn geest niet verder te laten benevelen door witte wijn en wijze woorden er een blog aan te wijden. Het wordt er één  zonder one-liners, met zo min mogelijk goede raad, en alleen mijn overwegingen. Of misschien toch één raad: namelijk: ‘Denk voor jezelf’… tenzij het beter bij je past om een ander dat te laten doen natuurlijk. Daar moet je dan weer wél zelf over nadenken.

Als je meer wilt lezen, ga dan naar https://mirjamdinger.nl/alle-blogs/ Je kunt je ook inschrijven voor de mailinglijst via https://mirjamdinger.nl/contact/ en altijd als eerste de nieuwste blog’s toegestuurd krijgen. Ik vind het leuk om van je te horen. Op mijn site of via LinkedIn of Facebook kan je reageren. Laat je een berichtje voor me achter?

Foto: Mike Tinnion

 

 

 

 

 

 

 

 

OVER TRAGE TREKKERS EN WAKKER WORDEN

Met mijn voornemen om de kracht van kwetsbaarheid te laten zien, schrijf ik regelmatig een kort verhaaltje over dingen die er om me heen gebeuren. Vandaag een Open Overpeinzing in de serie Sprankelende Sprookjes over Dagelijkse Dingen.

Op het moment dat ik het merk, is het natuurlijk al te laat. De auto slingert nog wat en mindert vaart. Ik weet direct wat er aan de hand is en van pure verontwaardiging geef ik een klap op mijn stuur. Net nu ik haast heb gooit de lekke band mijn totale plannen in de war. Als die irritante tractor voor me een beetje was gaan doorrijden, had ik mijn afspraak nog nét kunnen halen. Dat plan is nu wel van de baan, bries ik in mezelf. Ik pak mijn telefoon en zie tot mijn grote frustratie dat ik in dit afgelegen gebied niet eens bereik heb. Ik onderdruk een krachtterm en zoek geagiteerd naar een oplossing in mijn bewolkte brein.

Terwijl ik de achterklep open, herinner ik me vol afgrijzen dat er in mijn leuke kleine two-seater geen ruimte was voor een reserveband. Iets wat ik bij aankoop zonder enig probleem heb weggewuifd, gecharmeerd als ik was van het open dakje, dat natuurlijk wel ergens in moest kunnen vouwen. ‘Ook dat nog!’ denk ik nu. Opnieuw bijt ik bijna op mijn tong in een poging niet te vloeken.

Ik kijk om me heen. Ik sta langs een binnenweg omdat dat ik dacht een stuk te kunnen afsnijden. Een keuze die ik mezelf nu hardgrondig verwijt. Want op de slome tractor na, die inmiddels uit het oog is verdwenen, heb ik eigenlijk al een tijd niemand gezien. Ik zie wel bomen héél veel bomen. Diep in gedachten als ik was had ik me niet eens gerealiseerd dat ik door het bos reed.

Ineens voel ik me verloren. ‘Wat nu?’ denk ik terwijl mijn irritatie plaats maakt voor een verdachte prikkeling achter mijn ogen.  Ik besluit te gaan lopen. ‘We zijn in Nederland tenslotte, hoe ver kan het zijn?’ mompel ik in mezelf. Ik sluit mijn auto af, verfoei mijn keuze voor die leuke hakjes en loop in de richting van mijn bestemming.  Het is stil hier. Behalve het ruisen van de takken hoor ik niets. Of toch? Ik word me bewust van een vogel. Ze zingt prachtig. Er antwoordt een heel koor. Waar zouden ze het over hebben? vraag ik me af.  ‘Vast over een gestrand blondje op hakken’, dien ik mezelf van repliek en ik grinnik. Ik ruik de frisse ozon in de lucht en de geur van lente en ontluikende blaadjes. ‘Wat is het schitterend hier’ hoor ik mezelf vol ontzag fluisteren. Het voorjaarszonnetje brandt aan deze kant van de weg al aangenaam warm door mijn zwarte jasje. De weldadige stilte neemt beetje bij beetje bezit van me en terwijl ik stevig doorstap, betrap ik mezelf er op dat ik loop te fluiten! Wat een geluk dat ik op zo’n prachtige plek stil kwam te staan denk ik en terwijl ik me bewust wordt van het contrast met nog maar heel even geleden, moet ik hardop lachen!

Verderop zie ik een stip die traag dichterbij komt. Het is een rode stip die langzaam blijkt te veranderen in een tractor. De tractor van net! Ik herken hem aan de butsen rondom. Als hij vlak voor mijn neus stopt steekt een vriendelijk ogende jongen zijn hoofd naar buiten. ‘Problemen mevrouw?’ Vraagt hij met een plaatselijk tongval. Ik knik enigszins beschaamd. Nou ja, nét nog wel, denk ik erachteraan.  ‘Stap maar in’, wenkt hij en terwijl we hotsend en schuddend, maar nog altijd sneller dan te voet, het stuk afleggen dat ik net heb gelopen, kom ik erachter dat hij terug is gereden toen hij me niet meer zag. Ik ben geraakt: Wat ontzettend aardig!

Als we aankomen bij mijn auto springt de jongen energiek uit de cabine.  Met rustige gebaren maakt hij naast weinig woorden wel zijn handen vuil aan de spuitbus waarmee hij mijn band opvult. ‘U kan weer verder!’ besluit hij terwijl hij een doek uit zijn zak vist om zijn vingers af te vegen. Ik weet gewoon niet hoe ik mijn erkentelijkheid moet overbrengen. Ik sta bijna te springen van opluchting. Hij ziet het en knikt.’ Zo doen we dat’, zegt hij eenvoudig en ik besluit het cadeau in dankbaarheid te ontvangen.

Wat een prachtige les. Ik zag letterlijk door de bomen het bos even niet meer en werd totaal onverwacht wakker geschud. Alles wat daarvoor nodig was, is er eigenlijk altijd al: De zon, de vogels, de wind. Én vandaag dan een vriendelijke jongen in een schuddende rode tractor natuurlijk. Dat dan weer wel.

 

Foto: Kelly Sikkema

Loading...
Visit Us On FacebookVisit Us On LinkedinVisit Us On Twitter